Page 15 - Demo
P. 15


                                    Toen ik de overstap maakte naar het hoger onderwijs combineerde ik dat met een deeltijdse job in het buitengewoon onderwijs. Dat heeft me vooral gesterkt in het belang van inclusief onderwijs. Het leidde tot een onderzoek over de draagkracht van scholen rond inclusie. Onderzoek en projecten met inclusie als insteek volgden elkaar op. Door de internationale projecten ervaarde ik dat Belgi%u00eb achterophinkt wat inclusie betreft. Zo begon het boek stilaan vorm te krijgen in mijn hoofd. Wat maakt dat Belgi%u00eb het op vlak van inclusie minder goed doet dan andere landen in Europa? BENO: Doorheen de geschiedenis werden er keuzes gemaakt waardoor bepaalde opvattingen als het ware in ons DNA ingebakken zitten. We hebben zorg in aparte omgevingen uitgebouwd ter bescherming van de persoon en de samenleving. Historisch ontstaan vanuit kloosterordes en caritas en vervolgens versterkt door economische, politieke en wetenschappelijke belangen. Na WOII bouwden we, in tegenstelling tot andere landen, goede zorg en gespecialiseerde ondersteuning in aparte zorginstellingen verder uit. Dit zorgde ervoor dat kinderen omwille van hun beperking apart opgroeien van hun leeftijdsgenoten, m.a.w. voor segregatie. In de Scandinavische landen besliste men net het tegenovergestelde: daar bouwden ze instellingen af vanuit de idee dat iedereen het recht heeft op een zo normaal mogelijk leven. Rond onderwijs hebben we de voorbije decennia vanuit eenzelfde logica ingezet op een gescheiden onderwijssysteem gewoon-buitengewoon. In het gewone onderwijs was er bijgevolg geen noodzaak om zich te professionaliseren in functie van leerlingen met een beperking, noch om een inclusieve schoolcultuur te ontwikkelen. Dat is zichtbaar in alle aspecten. Zo is de opleiding tot leerkracht in Vlaanderen veel korter dan in het buitenland en is er weinig specialisatie of bijscholing achteraf. Kan de maatschappij op langere termijn inclusief worden als we er mee starten in het onderwijs? BENO: Personen met een beperking zijn vaak onzichtbaar in onze maatschappij. Vraag maar eens aan veel mensen of zij iemand met een handicap kennen. Doordat alles apart wordt georganiseerd in het onderwijs, in de vrije tijd en in het werkcircuit en doordat er in de openbare ruimte nog altijd maar een beperkte toegankelijkheid is, leven we bijna in twee parallelle werelden. Zo is er weinig ruimte voor ontmoeting. Handicap is weinig zichtbaar. Een mooi voorbeeld daarvan zijn de olympische spelen. Waarom wordt de vlam gedoofd en niet doorgegeven aan de paralympische spelen? Of beter, waarom worden alle categorie%u00ebn van een sport niet gelijktijdig in beeld gebracht? Bijvoorbeeld de 100 meter voor vrouwen, de 100 meter voor vrouwen met een verstandelijke beperking en daarna die voor mannen? De paralympische spelen maakten een promofilmpje rond zichtbaarheid%u2026 maar sowieso geeft de media veel minder ruchtbaarheid aan de paralympics. De pers brengt de verhalen vooral als heldenverhalen naar buiten. Het klopt dat als kinderen al op jonge leeftijd met elkaar in contact komen er sowieso ontmoeting is en een andere beeldvorming ontstaat. Daarnaast krijgen kinderen met een beperking ook meer zicht op wat de wereld hen te bieden heeft. Maar enkel inzetten op onderwijs heeft weinig zin. Want wat in je vrije tijd of als je afstudeert%u2026 dan stopt het daar. Het beleid moet inclusie stimuleren, in alle levensdomeinen. Nu er door de woke-beweging veel aandacht is voor diversiteit op vlak van kleur en LBGTQ+, kan inclusie rond handicap dan automatisch mee in een stroomversnelling geraken? BENO: Er is inderdaad veel meer aandacht voor diversiteit op allerlei vlakken. Maar het antwoord op deze vraag is helaas %u2018nee%u2019. Wanneer handicap samen met een ander thema naar voor komt, verdwijnt handicap naar de achtergrond. Kijk maar naar de partijprogramma%u2019s van de afgelopen verkiezingen. Diversiteit en inclusie werden hoog in het vaandel gedragen: je leest geslacht, leeftijd, kleur, geloof en meer%u2026 handicap en armoede worden amper genoemd. Er zijn weinig mensen met een beperking die zelf op de barricades springen. Er zijn weinig rolmodellen. Waarom protesteren de paralympi%u00ebrs zelf niet? De angst van ouders of belangengroepen om scholen of voorzieningen tot verantwoording te roepen of het recht op inclusie en aanpassingen juridisch af te dwingen spreekt ook voor zich. Mensen met een handicap zijn dikwijls afhankelijk van derden om in actie te komen. Met de beste bedoelingen bepalen anderen wat nodig is, %u2018wat goed is voor hen%u2019. Zorg primeert en staat nog te weinig ten dienste van volwaardige participatie. Is het kwestie van middelen? Zou er meer kunnen gebeuren met meer subsidies? BENO: Niet per definitie. Ik begeleid scholen en organisaties in hun proces naar meer inclusie en zie heel gelijklopende dingen: een gelijkaardige situatie, met een vergelijkbaar personeelsbestand, leerkrachten met dezelfde opleiding en ongeveer dezelfde middelen. 15
                                
   9   10   11   12   13   14   15   16   17   18   19